Skip to content

Praktijk- en proceservaring

Iedere advocaat-stagiair is op grond van de Advocatenwet verplicht om gedurende de eerste drie jaar waarin hij/zij als zodanig is ingeschreven, de praktijk uit te oefenen onder begeleiding van een andere advocaat (de patroon) en bij deze kantoor te houden. Aan het eind van de advocaatstage moet de advocaat-stagiair in staat zijn zelfstandig en naar behoren de praktijk uit te oefenen. Van belang is dan ook dat de advocaat-stagiair niet alleen de Beroepsopleiding Advocaten met goed gevolg afrondt en aan zijn lokale opleidingsverplichtingen voldoet, maar dat hij/zij ook de nodige praktijkervaring opdoet.

De Verordening op de Advocatuur vereist dat de advocaat-stagiair ten minste:

  1. vijf keer in rechte is opgetreden in procedures op tegenspraak en de patroon ten minste één pleidooi of mondelinge behandeling in een procedure van de advocaat-stagiair heeft bijgewoond;
  2. tien stukken, waarvan tenminste zeven processtukken heeft vervaardigd;
  3. op twee van de drie rechtsgebieden burgerlijk recht en burgerlijk procesrecht, bestuursrecht en bestuursprocesrecht of strafrecht en strafprocesrecht ervaring heeft opgedaan of, indien dat niet mogelijk is, op meerdere sub-rechtsgebieden binnen een van deze rechtsgebieden.

Indien een advocaat-stagiair in deeltijd werkt (dat wil zeggen minder dan 40 uur per week), dan zal de duur van de stage naar evenredigheid worden verlengd. Voorts kan de duur van de stage worden verlengd indien de Raad van de Orde van oordeel is dat de advocaat-stagiair nog niet over voldoende praktijkervaring beschikt.

Meer informatie

Voor meer informatie over de praktijkervaring en de advocaatstage kan de website van de Orde van Advocaten Overijssel https://www.advocatenorde-overijssel.nl/2811/de-stageperiode.html worden geraadpleegd of kan contact worden opgenomen met het Bureau Orde van Advocaten Overijssel.