Skip to content

Vertrouwenspersoon

De Twentsche Jonge Balie kent een vertrouwenspersoon tot wie je je kunt wenden voor advies, bemiddeling of ondersteuning. Dit kan met elk probleem waar jij gedurende je eerste jaren als advocaat tegen aanloopt. Hierbij kan je onder andere denken aan: een slechte begeleiding, moeizaam contact met je patroon, een verschil van mening omtrent je salaris, een probleem met een cliënt dat je niet bespreekbaar kan of wilt maken met je patroon, een conflict met een collega, etc. De vertrouwenspersoon zal je een onafhankelijk advies geven en afhankelijk van de aard en het probleem samen met jou een plan van aanpak opstellen. Daarnaast zal de vertrouwenspersoon samen met jou werken naar een constructieve oplossing voor de situatie waar jij in verkeert of in het uiterste geval je ondersteunen bij het vinden van een andere patroon en/of werkgever.

De vertrouwenspersoon is ingesteld voor jou als lid van de Twentsche Jonge Balie en zal enkel en alleen jouw belangen behartigen. Alles wat je met de vertrouwenspersoon bespreekt is uiteraard (de naam zegt het al) vertrouwelijk. De vertrouwenspersoon zal hetgeen je aan hem of haar toevertrouwt met niemand anders delen en alleen met jouw toestemming bespreken met het bestuur van De Twentsche Jonge Balie of de Raad van Toezicht. Het bestuur van De Twentsche Jonge Balie onderhoudt goede contacten met de Raad van Toezicht en kan, als je dat wilt, bemiddelen, indien mogelijk anoniem.

Externe vertrouwenspersoon – Team LawCare

Het is ook mogelijk om een gesprek te voeren met een externe vertrouwenspersoon. Team LawCare bestaat uit (oud-)advocaten met veel beroeps- en levenservaring. Zij hebben een speciale training gevolgd, waardoor zij een luisterend oor kunnen bieden aan advocaten die vertrouwelijk willen sparren met een vakgenoot.

Meer informatie is te vinden op de website: www.advocatenorde.nl/het-team-lawcare.

Beleid ongewenste omgangsvormen DTJB

Dit beleid is van toepassing op alle leden van DTJB, dienstverleners, stagiaires, vrijwilligers, klanten en leveranciers. Het doel van dit beleid is het voorkomen van gedrag dat als grensoverschrijdend of kwetsend wordt ervaren, waardoor een lid van onze balie zich niet (langer) veilig voelt.

Ongewenste omgangsvormen
Van ongewenste omgangsvormen is in ieder geval sprake als er direct of indirect onderscheid wordt gemaakt, bij discriminatie, seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten.

Van leden die getuige zijn van ongewenste omgangsvormen verwachten wij dat ze proberen hun medeleden daarop aan te spreken. Leden bouwen op bovengenoemde manier samen aan de kwaliteit van de sfeer binnen onze jonge balie. Het bestuur is hoofdverantwoordelijk voor een veilige omgeving. Het bestuur heeft een voorbeeldfunctie en staat open voor feedback op haar eigen gedrag en bejegent alle leden met respect. Het bestuur spreekt leden aan als zij ongewenste omgangsvormen signaleert. Indien een lid zijn verhaal wil doen over ongewenst gedrag luistert zij, bemiddelt zij eventueel en neemt zij maatregelen. Een klacht inzake ongewenste omgangsvormen behoeft niet eerst met het bestuur te worden besproken, maar kan – indien gewenst – rechtstreeks bij de vertrouwenspersoon worden neergelegd.

Wij verwachten van onze leden dat zij bijdragen aan het realiseren van een veilige omgeving voor iedereen binnen onze balie (en ook daarbuiten). Wij hopen dat leden die ongewenste omgangsvormen ervaren zich in staat voelen om zelf de ‘lastveroorzaker’ op zijn gedrag aan te spreken. Soms is dat niet mogelijk. Het lid stuit bijvoorbeeld op een muur van onbegrip of het aanspreken leidt (opnieuw) tot een intimiderende of vernederende reactie. In dat geval kan het lid de hulp inroepen van het bestuur of zich wenden tot de vertrouwenspersoon. Wij zien er als bestuur op toe dat een lid die een melding doet of een klacht indient, daarvan geen nadeel ondervindt.

Wenden tot vertrouwenspersoon
Wij bieden leden die last hebben van ongewenste omgangsvormen de mogelijkheid om hierover vertrouwelijk met iemand te spreken in de vorm van een vertrouwenspersoon. Deze heeft een onafhankelijke positie in de organisatie. Binnen DTJB is Annemiek Schouwink tot vertrouwenspersoon benoemd. Indien een lid de voorkeur geeft aan een extern vertrouwenspersoon binnen de advocatuur kan contact worden opgenomen met het Team Vertrouwenspersonen van de NOVA, Team LawCare, op werkdagen telefonisch bereikbaar op telefoonnummer 085 – 0640 182.

De vertrouwenspersoon heeft drie belangrijke taken:

  1. Opvang en begeleiding van de melder.
  2. Signaleren van ongewenste omgangsvormen en adviseren van leidinggevenden.
  3. Voorlichten en informeren van leidinggevenden en alle medewerkers.

De vertrouwenspersoon biedt een luisterend oor en alle ruimte voor het verhaal en de emoties. Alles blijft vertrouwelijk, tenzij het gaat om ernstig strafbare feiten, waarmee de vertrouwenspersoon in gewetensnood komt of waarvoor een aangifteplicht geldt. De vertrouwenspersoon staat naast de melder en neemt het probleem van de melder niet over. Het lid zelf houdt de regie en de vertrouwenspersoon helpt dat lid om een eigen passende keuze te maken. Daarnaast geniet de vertrouwenspersoon verschoningsrecht, wat betekent dat deze geen antwoord hoeft te geven op vragen die de vertrouwelijkheid raken. Dit geldt voor informatie die hem in de functie van vertrouwenspersoon door melders en klagers is toevertrouwd. Hij hoeft geen antwoorden te geven op vragen van derden, ook niet op vragen van het bestuur. Het verschoningsrecht geldt binnen onze eigen organisatie en niet extern, omdat het externe verschoningsrecht bij wet is geregeld en de vertrouwenspersoon daar geen aanspraak op kan maken. Melders kunnen erop vertrouwen dat hun verhaal niet aan anderen bekend wordt gemaakt. De vertrouwenspersoon kan de vertrouwelijkheid doorbreken als er sprake is van ernstige strafbare feiten (bijvoorbeeld aanranding, verkrachting of mishandeling), waarmee de vertrouwenspersoon in gewetensnood komt. Het is dus vertrouwelijkheid ‘tenzij’. Bij ongewenste omgangsvormen heeft de melder de keuze uit de informele en formele route. De informele route houdt in dat de melder in gesprek gaat met de ‘lastveroorzaker’, in aanwezigheid van de vertrouwenspersoon. De formele route houdt in dat er een formele klacht wordt ingediend bij het bestuur en dat zij deze klacht gaat onderzoeken. De klager moet in dat geval aannemelijk maken dat er – naar objectieve maatstaven gemeten – sprake is van ongewenste omgangsvormen.

Hulp inroepen van het bestuur
Het lid dat last ondervindt van ongewenst gedrag kan ook de hulp inroepen van het bestuur. Mocht het lid besluiten hulp in te roepen van het bestuur, dan zal het bestuur (altijd in overleg met de melder) de lastveroorzaker aanspreken op zijn gedrag. In het geval er een gesprek plaatsvindt met de lastveroorzaker, dan zal dit gesprek plaatsvinden met twee bestuursleden (waarvan in ieder geval één bestuurslid werkzaam is bij een ander kantoor dan het kantoor waar de lastveroorzaker werkzaam is). De lastveroorzaker zal worden aangesproken op zijn gedrag. Van de lastveroorzaker wordt verwacht dat hij stil staat bij het effect van zijn gedrag. Een welgemeend excuus en de toezegging dat hij zich niet opnieuw aan dit gedrag schuldig maakt is, afhankelijk van de ernst van de situatie, in de meeste gevallen voldoende.

Download onze Beleid ongewenste omgangsvormen DTJB in pdf